Stage

We hebben net twee drukke weken stage achter de rug en daar blikten we nu even op terug. Wat er goed ging of wat iets minder. Wat er moeilijk was. Maar het feit dat we ons geamuseerd hebben nis natuurlijk het belangrijkste.

1. Ik had niet echt nog extra voorbereiding nodig. Misschien wel wat meer informatie over hoe je een werkblad inplant in je les. Ik vind het goed dat we eigenlijk al heel wat oefening hebben gehad op het lesgeven want in mijn ander onderwijsvak was dit niet het geval. Verder miste ik niet echt iets maar misschien komt dit ook doordat ik de school en de gewoontes op de school al door en door ken.

2. Het inplannen van het werkblad zou al eerder aangebracht moeten worden. Maar dit is nu ook het geval dus verder heb ik nets te melden.

3. Ik zou wel bijsturing kunnen krijgen bij het werken aan mijn uitstelgedrag. Dit is iets waar ik zelf aan probeer te werken door planningen te maken maar dat werkt niet. Waarschijnlijk ligt dit aan mijn karakter maar het punt is dat ik er graag iets aan wil doen maar het gewoon niet lukt.

4. Deze bijsturing is natuurlijk niet iets waar de school iets aan kan doen. Dus ik zal er zelf aan moeten werken.

Werkblad en procesmap

Lesreflectie

Als voorbereiding op deze les was het de bedoeling dat we probeerden om een werkblad te maken die je kan infiltreren in de lessen plastische opvoeding. Niemand van ons had dit ooit al gedaan dus het puur om te oefenen. De les werd daarmee opgebouwd en we leerden zo hoe we het ideale werkblaadje kunnen maken. En ander puntje in de les was de beginsituatie. Hierbij zagen we dat naargelang de beginsituatie van een klas, je les helemaal anders opgebouwd kan zijn.

Ik wist niet goed hoe je ooit een werkblad kan gebruiken in de lessen PO maar deze les heeft toch meer duidelijkheid geboden. Ook over het gebruik van een procesmap kregen we meer informatie maar dit was me al bekend.

Procesmap

1.1 Ik zou mijn procesmap 'Grow with PO' noemen. Dit was al een voorbeeld in de les maar ik heb op dit moment niet zo veel inspiratie om een nieuwe naam te bedenken.

1.2 Qua vorm zou ik gaan voor een A4 schetsboek omdat dit makkelijk mee te nemen is en omdat ze er dan zelf ook veel in kunnen doen.

1.3 Ik zou de procesmap voor zoveel mogelijk willen gebruiken maar voor wat precies zou afhangen van de opdracht. Er zou altijd wel een beschrijving van de opdracht in zitten met het stappenplan. En anders zou ik ze soms eens voorontwerpen laten maken, informatie opzoeken of materiaal onderzoeken.

1.4 Ik zou ze op het eind van de les een opdracht geven en die moeten ze dan thuis maken in hun procesmap. In het begin van de volgende les overlopen we dit even.

1.5 De werkblaadjes zou ik afgeven in het begin en dit zou eigenlijk een beetje een leidraad zijn doorheen de les. In het begin van een belangrijke fase moeten ze dan bijvoorbeeld enkele voorstudies maken op het werkblad e.d.

1.6 Als een leerling iets heel interessant gevonden heeft kan je dit delen met de klas. En als het iets is dat je zelf niet kent is het tijd dat je je kennis bijschaaft.

Deel 2: Leerplannen

We kregen de opdracht om een bepaald leerplan met het leerplan van het 1^ste leerjaar A te vergelijken. Dit belooft leerrijk te zijn want om eerlijk te zijn heb ik het leerplan nog nooit goed bekeken…

1. visie op het vak:

                1^ste leerjaar A & 2^de graad A gelijkenissen:   

                               - onderdeel van algemene vorming

                               - ontwikkelt manier van denken die aan de basis ligt van creativiteit

                               - inleiden in kunst en cultuur

- beeldtaal: lijn, vorm, kleur

- Van beschouwen naar creëren

- De belangrijkste componenten van de beschouwing zijn de natuur en de cultuur.

- op zoek gaan naar de grenzen van hun mogelijkheden

                1^ste leerjaar A & 2^de graad A verschillen:

                               - 1^ste leerjaar A is meer gericht op het beschouwen en creëren

                               - 1^ste leerjaar A lijkt duidelijker en eenvoudiger.

2. Beginsituatie:

                1^ste leerjaar A:

                               - heterogene groep

- meer gericht op de mogelijkheden die de leerlingen al bezitten vanuit het basisonderwijs

- De verschillende ontwikkelingsdomeinen komen ook aan bod.

                2^de graad A:

                               - leerlingenprofiel en beeldende beginsituatie

                               - leerlingen zijn individuen en geen heterogene groep meer

- Ik had niet verwacht dat in het leerplan beschreven zou worden hoe de leerlingen zich voelen en gedragen.

3. Doelstellingen:

                1^ste leerjaar A:

- Onderverdeeld in categorieën: perceptie/waarnemen, onderzoek/vormgeven, reflectie en attitudes.

- Verwijzing naar eindtermen (ET)

- Er zijn ook ondersteunende kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes  aanwezig waar er specifieke voorbeelden te vinden zijn die aansluiten bij de doelstellingen

                2^de graad A:

                               - Ook onderverdeeld in categorieën: waarnemen, vormgeven, attitudes

                               - Geen verwijzing naar eindtermen

                               - Leerinhouden aanwezig die aansluiten bij de doelstellingen

-> Het leerplan van 1^ste leerjaar A is al veel nieuwer en uitgebreider dan dat van de 2^de graad.

4. Pedagogische didactische aanpak:

                1^ste leerjaar A:

                4.1 Werkgehelen

                               -  aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen om ze zo te motiveren

                4.2 Zelfstandigheiddidactiek

                               -  wisselwerking tussen zelfstandig werken en zelfstandig leren

                               - OVUR = Oriënteren, Voorbereiden, Uitvoeren en Reflecteren

                4.3 De procesmap

- Een manier voor de leerling om zijn eigen werk en het verloop ervan te reflecteren. Ook een manier voor de leerkracht om te zien hoe de leerling vordert.

                4.4 De evaluatie

                               - Proces- en productevaluatie. Bij PO ligt de nadruk vooral op de procesevaluatie.

                4.5 De integratie van ICT

                               - ICT is een volwaardig medium maar heeft beperkingen op motorisch vlak

                4.6 Taalbeleid in plastische opvoeding

                               - De leerlingen bewuster maken van de vakjargon

    4.7 Differentiëren, observeren en oriënteren

2^de graad A:

                - Totaal anders ingedeeld

                - Voorbeelden gegeven van opdrachten

    - Niet verplicht maar duid aan welk soort opdrachten geschikt zijn voor een      studierichting.

5. Persoonlijke conclusie:

Ik had het leerplan nog nooit zo grondig bekeken maar nu kan ik wel merken dat er zowat alles terugkeert in de lessen praktijk. Ik merk duidelijk dat het leerplan van het 1^ste leerjaar A veel recenter is dan het andere leerplan. Zaken zoals ICT en multimedia zijn al in dat leerplan betrokken terwijl dat bij het andere niet het geval is. Ik vind zo een leerplan heel handig want je weet dan direct ook wat er van jou verwacht wordt en waar je, je aan moet houden. Het zijn duidelijke richtlijnen voor een goede les op te bouwen.

Vakdidactiek 2

Deel 1: lesreflectie

In de eerste les vakdidactiek 2 kregen we allereerst wat algemene informatie over wat we zouden zien in de lessen dit jaar, stage en studiepunten. Daarna overliepen we de vakken die wij kunnen geven wanneer we afgestudeerd zijn als leerkracht plastische opvoeding. Dit bleken er veel meer te zijn dan ik dacht. Ook kwamen de verschillende onderwijsnetten met hun leerplannen aan bod. Dit is handig om te weten want deze leerplannen kunnen verschillen van onderwijsnet tot onderwijsnet.

Wat mij vooral verraste was de vele onderwijsmogelijkheden die wij hebben als leerkracht plastische opvoeding. Het vak is veel breder dan ik mij ooit had kunnen inbeelden. Op deze manier is er toch nog variatie.

Ik vond de lesinhoud heel interessant. Het bestond vooral uit algemene informatie maar het is tenminste informatie waar we echt iets mee zijn.

Praktijkweek 4

Voor de les van deze week had ik inspiratie gehaald uit het werk van James Ensor, de baden van Oostende. Het is de bedoeling dat de leerlingen een 'Waar is Wally' prent maken maar dan op een enge manier. Hierbij maken ze gebruik van inkt en een zwart stiftje. De leerlingen mogen bij het tekenen hun zwart stiftje niet opheffen. Als feedback heb ik gekregen dat dit misschien overbodig is. Ik had de demonstratie veel gerichter moeten doen. Ik zei wel dat ze door grillige lijnen iets eng konden verkrijgen maar ik toonde dit niet goed in mijn demonstratie. Maar de leerinhoud was al veel duidelijker dan vorige week. Dit voelde ik zelf ook wel aan. Op het vlak van pedagogische vaardigheden was alles in orde. Ik moet wel leren het bord iets meer te gebruiken. Maar al bij al was ik best tevreden van mezelf.

Praktijkweek 3

Ik gaf een les rond het werk van René Magritte. De leerlingen hadden de opdracht om een dromerig en onwezenlijk ver panorama te creëren aan de hand van collage. Hierbij hielden ze rekening met de dieptesuggestie en de kleur.

Na mijn les te hebben gegeven kreeg ik als feedback dat ze te weinig affectief onderbouwd was. Mijn affect was niet voldoende aanwezig. Ik had ook verschillende manieren van dieptesuggestie uitgelegd maar de voorbeelden waren iets te uitgebreid. Ik moet hierin elimineren. Mijn KB moet ook gerichter gekozen worden (bv. Lorrain). De uitvoering van de opdracht verliep nogal stroef  omdat de leerlingen tekort hadden aan input en een onderwerp. Mijn sfeerschepping was ook niet affectief genoeg. Om de feedback dus wat samen te vatten miste mijn les duidelijk een affect.
Qua lerarenhoudig was alles in orde maar ik moet gewoon opletten dat ik niet te spottend uit de hoek kom.
Ik zal deze feedback zeker meenemen naar praktijkweek 4 en ik hoop dat mijn les dan wat vlotter verloopt.

Les 11

Praktijkseminarie 2

Ik heb uit dit praktijkseminarie meegenomen dat ik blijkbaar iets te zachtaardig overkom. Ik moet iets meer zelfzeker worden. Ik heb dit in mijn ander vak ook al als feedback gekregen dus ik zal hier aan werken. Zaken die ik nog meegenomen heb zijn dat je goed moet nadenken over je opdracht. Je moet hem diep genoeg uitdiepen en zorgen dat hij interessant is voor leerlingen van het 1ste middelbaar. Het is niet interessant als het maar een standaard opdracht is. 

Als je iets voorleest in de klas moet je dit met de nodige intonatie en uitbeelding doen. Ook niet te snel en voldoende pauzes nemen is belangrijk.

Ook moet je ervoor zorgen dat je linken tussen het affect en de beeldaspecten duidelijk zijn. Zo is de opdracht onmiddellijk veel aantrekkelijker voor de leerlingen. 

De demonstratie moet een bijdrage zijn voor het verwerken va de opdracht. Je moet de leerlingen zoveel mogelijk betrekken in de les. Er moet continue interactie zijn tussen de leerkracht en de leerling. de leerkracht mag zelf dus nooit lang aan het woord zijn.

Les 10

Praktijkseminarie

Tijdens de praktijkseminarie hebben we al eens kunnen proeven van het lesgeven. Per duo hadden we een lesfiche voorbereid. We moesten enkel het lesbegin en het lesmidden naar voor brengen. Achteraf werden we beoordeeld op drie verschillende aspecten. Namelijk vakinhoud, pedagogisch en organisatie en structuur. Met vakinhoud word de inhoud van de les bedoelt. Welke opdracht je aan de leerlingen geeft en of deze goed in elkaar zit. Het pedagogische aspect is hoe je voor de klas staat. Daarmee bedoelen ze vooral of je goed met de leerlingen omgaat en of je luid en duidelijk genoeg praat e.d. Wat de organisatie en structuur betreft is het belangrijk dat alles logisch op elkaar volgt en dat je alles goed voorbereid hebt. 

Ik heb bijgeleerd dat je bij het bedenken van je opdracht ervoor moet zorgen dat de linken tussen de verschillende componenten van het beeldmodel duidelijk zijn. Want als die linken goed zitten dan is de opdracht veel aantrekkelijker voor de leerlingen. Je moet je altijd afvragen 'waarom' want de leerlingen willen weten waarom ze bepaalde zaken moeten doen. Ik heb ook bijgeleerd dat de kunstbeschouwing die je gebruikt bij het OLG van een geijkte kunstenaar moet zijn want anders is het beeldbeschouwing. Je neemt best maar 1 afbeelding want anders is het te verwarrend voor de leerlingen. Bij de demonstratie is het belangrijk om de leerlingen er ook bij te betrekken en zorg zeker voor een duidelijk bordplan. Als laatste zijn originaliteit en uitdaging belangrijke aspecten in een les PO

Ik vond dit heel tof om te doen. Ik heb heel wat bijgeleerd van dit seminarie en het was tof om de rest ook eens aan het werk te zien. Daar kan je ook veel van opsteken. Ik vind het goed dat er zoveel oefenmomenten zijn want al doende leert men.

Les 9

Reflectie praktijkles

In het begin van de les hebben we nog eens alle belangrijke punten overlopen die belangrijk zijn bij het invullen van een lesfiche. Ik vond dit heel nuttig. Tegen deze les moesten we in een duo een lesfiche uitwerken. Tijdens de les krijgen we feedback hierop en zo wisten we dan wat we nog moesten aanpassen. Wij hadden als eerst een opdracht uitgewerkt rond het thema 'Verlichting'. Namelijk een lampion maken van kristalpapier. We kregen als feedback dat dit een te 'basic' opdracht was voor de leerlingen en dat ze niet uitgedaagd worden. Dus zijn we dan op zoek gegaan naar een opdracht met iets meer uitdaging. We zijn toen zelf al beginnen experimenteren. Hopelijk vinden we op tijd een goeie opdracht. Het moeilijkste aan zo een opdracht bedenken, vind ik het vinden van een affect en origineel zijn.

Les 8

Reflectie demonstratie

We moesten allemaal een lesfiche voorbereiden en dan moesten we één van de demonstraties uitvoeren. Je moest ervoor zorgen dan je het begin van de uitvoeringsfase bij had en het einde ervan. Ik heb hieruit geleerd dat het belangrijk is om de leerlingen te betrekken bij de demonstratie. Zo gaan ze het beter onthouden. Een stappenplan op het bord plaatsen is ook nodig want zo hebben de leerlingen iets om op terug te vallen als ze niet weten dat te doen. Ik vind het jammer dat ik zelf niet aan beurt ben kunnen gaan maar er volgen wel nog andere oefenmomenten.